De nieuwe schilders

‘Nieuw’ is een relatief begrip. Dat geldt natuurlijk ook hier. Misschien drukt ‘nieuw’ vooral uit dat ik deze schilders betrekkelijk recent (gedurende de laatste achttien maanden, om en nabij) heb ‘ontdekt’. En uiteraard is ook ‘ontdekken’ een relatief begrip ….. Horen deze tien bij elkaar? Ze vormen geen groep, maar er is een verwantschap. Ze vertegenwoordigen het hedendaagse figuratieve schilderen, uitgevoerd op een modernistische wijze. En laten daarbij echte passie voor schilderen zien.

Justin Mortimer

De Engelsman Justin Mortimer (1970) is verbonden aan de Parafin-galerie in Londen. Hij begon als begenadigd portretschilder. Al op 21-jarige leeftijd won hij een eerste prijs van de National Portrait Gallery. Hij schilderde, op verzoek, een (controversieel) portret van Koningin Elizabeth, en van Harold Pinter. Op 24 februari 2013 verscheen er een interview met hem in The Guardian.

Mortimer maakt eerst digitaal een collage op basis van ‘gevonden beelden’ en eigen foto’s, die hij op een soms confronterende, soms mystificerende, manier combineert. Meestal zien we diverse menselijke figuren, in beschermende pakken of naakt, in onduidelijke, ambivalente of verwarrende situaties, altijd anoniem. Vaak worden de beelden deels afgedekt door het duister, of juist door kleurige balonnen. “The canvases abound with the darkly carnivalesque, borderline dystopian mood which has become Mortimer’s hallmark”, aldus James Cahill. Hij benadrukt de anonimiserende en depersonaliserende wijze waarop Mortimer mensen schildert.

Recent schilderde Mortimer een prachtige serie volstrekt originele bloemstillevens (2018-2019) onder de verzamelnaam ‘Breed’. De bloemen zijn geknakt of verdord, echte ‘fleurs du mal’. Deze doeken gaan verrassend ver in de richting van abstractie. Het gaat Mortimer er om het banale van het alledaagse te laten zien, voorwerpen uit hun context te halen, mensen buiten hun gebruikelijke veilige omgeving te plaatsen, waardoor er een geheimzinnig soort dreiging en absurditeit ontstaat. Zo brengen zijn schilderijen een bepaalde stemming tot uitdrukking, duidelijk aan de pessimistische kant. Door het toevallige en bijeengeraapte te combineren en hercombineren, komt hij tot een nieuw, niet zelden angstaanjagend, narratief. Zijn schildertechniek is op traditioneel vakmanschap gericht, maar is tegelijk ook experimenteel door het gebruiken van verfspuit of wissers om de verf over het doek te trekken.

Mortimer aan het werk

Mortimer combineert meestal acrylverf met olieverf. Vanaf zijn opleiding aan de kunstacademie in de late jaren tachtig, maar ook door zijn vroegste ervaringen met galeries en de modebepalende “chichi quarters”, heeft hij gemerkt dat het figuratieve schilderen min of meer werd ontmoedigd. Dit ondanks de roem van grote Britse voorbeelden als Francis Bacon, Lucian Freud en in mindere mate David Hockney. De opkomst van een nieuwe generatie figuratieve schilders uit Midden- en Oost-Europa heeft hem geholpen om weer aandacht en waardering te krijgen. Er is in zijn beleving nu zelfs sprake van een wederopleving van de figuratieve schilderkunst. Het gaat in zijn werk meer om het verborgene dan het zichtbare, meer om suggereren dan realistisch afbeelden, meer om het onheroïsche dan het verhevene: “…he achieves a supreme sense of ambivalence, of being on a threshold between oppositional emotions….” (Cahill). Zo laat zijn werk een intrigerende verwarring zien. Website: www.justinmortimer.co.uk

Alex Kanevsky

Werd in 1963 geboren in Rusland (Rostov-na-Donu), verhuisde op zijn vijftiende met zijn ouders naar Vilnius in Litouwen en daarna naar de VS, waar hij nog steeds woont en werkt in Philadelphia. Het meest kenmerkend voor Kanevsky’s werk zijn de portretten en vrouwelijke naakten (meestal naar model geschilderd), die lijken te desintegreren of een typische bewegingsonscherpte hebben. Ook paarden en militairen uit vroeger tijden zijn een geliefd thema, waarin iets van een historische Midden- of Oosteuropese sfeer doorklinkt. Kanevsky plaatst zijn figuren vaak in een context die intimiteit suggereert (badkamer, slaapkamer, eettafel), terwijl de losse manier van schilderen – met een opvallend gebruik van wit – tegelijk de indruk wekt dat deze figuren zich op grote afstand, in een onpersoonlijke ijle ruimte, bevinden. Kanevsky’s schilderijen verbeelden eerder situaties, vaak enigszins ambivalent, dan dat ze een echt narratief hebben.

Kanevsky werkt met olieverf op doek en op multiplex-panelen van berkenhout. Panelen hebben zijn voorkeur, hij houdt niet van het veren van het doek tijdens het schilderen. Kleine en grote formaten wisselen elkaar af. Hij is docent aan de Philadelphia Academy of Fine Arts, waar hij zelf ook (in 1989) zijn opleiding voltooide. Heeft meer dan twintig soloexposities gehad, ook buiten de VS (Canada, Italië, Engeland, Frankrijk en Ierland). Zie www.somepaintings.net/Alex.html

Vooral het onderdeel ‘Progress sequences’ op die site is een aanrader. Voor een aantal schilderijen laat Kanevsky hier diverse stadia zien, waardoor we een uniek inkijkje krijgen in zijn manier van schilderen die, ondanks een grote technische vaardigheid, zoekend is.

Adrian Ghenie

Ghenie werd geboren in 1977 in Roemenië (Baie Mare). Hij woont en werkt in Cluj (Roemenië) en in Berlijn. Hij vertegenwoordigde Roemenië in 2015 op de Biennale in Venetië met de “Darwin Room”. Exposeert in tal van landen en wordt vertegenwoordigd door de Nicodim Gallery (Los Angeles en Boekarest), de Pace Gallery (Londen en New York), de Tim van Laere galerie in Antwerpen en Galerie Nolan Judin in Berlijn. Terugkerende thema’s zijn de val van Ceausescu, de ‘pie-fight’ (bekend uit de stomme film), de natuur zoals Henri Rousseau (le Douanier) die verbeeldde, en Darwin en de darwinistische natuur.

Adrian Ghenie

Ghenie gebruikt bij het schilderen zgn. stencils (om bepaalde elementen in verf op het doek af te drukken), naast meer traditionele technieken. Grote formaten hebben zijn voorkeur. Het verfgebruik is heel expressief, waardoor zijn werk balanceert tussen figuratie en abstractie. Hij deconstrueert de herkenbare beelden, nadat hij ze heeft geschilderd, door ze deels weer te bedekken met tamelijk willekeurig aangebrachte ruwe verfmaterie. Hoewel zijn schilderijen soms de abstractie naderen, is eerder sprake van een bedekte figuratie, van figuratieve vormen die zich in een proces van metamorfose bevinden.

Jenny Saville

Jenny Saville (Cambridge, 1970) schildert vooral vrouwen. Ze toont hierbij een fascinatie voor voluptueuze lichamen, die zij op expressieve wijze extra ‘vlezig’ schildert. Haar ideaal is dat de olieverf hierbij, dankzij de viscositeit van het medium en de kleur, zelf tot een soort vlees wordt. Soms is haar behandeling van het naakte lichaam klassiek: Saville maakt er geen geheim van dat de klassieke manier om het lichaam af te beelden haar veel heeft geleerd. Vooral het imperfecte lichaam heeft op haar een grote aantrekkingskracht, waarbij zij regelmatig de plastische chirurgie als uiting van de moderne verstoorde relatie met de echtheid van het lichaam op de korrel neemt.

Saville is niet alleen een schilder van het grote gebaar, maar is ook in staat prachtige tekeningen te maken. Houtskool, pastel en de combinatie van die twee past ze toe op verrassend grote formaten. Intimiteit gaat in haar werk verrassend goed samen met grootschaligheid. Sommigen zien in haar een hedendaagse Titiaan of Rubens. Ook wordt ze vergeleken met Lucian Freud. Jenny Saville kreeg haar opleiding aan de Glasgow School of Art (1988-1992) en is verbonden met de Gagosian Gallery (New York-Londen). Ze woont en werkt in Oxford. Sinds Charles Saatchi een hele expositie van haar opkocht is haar ster gerezen en sinds 2018 – toen een werk bij Sotheby’s 9.5 miljoen pond opbracht – is ze de ‘duurste’ levende vrouwelijke schilder allertijden.

Jenny Saville

Daniel Pitin

Werd in 1977 geboren in Tsjechië. Combineert in zijn werk vaak acrylverf en olieverf, maar plakt ook papieren vormen op zijn schilderijen. Kiest regelmatig een filmische enscenering, met een Hitchcock-achtige suspense. Hierin weerklinkt zijn vroegere ambitie om films en documentaires te maken. 

Pitin voegt aan zijn figuratieve beelden graag geometrische vormen toe, die hij eerst in zijn studio maakt door papier te vouwen (in driehoeksvormen bijvoorbeeld) en daarbij een interessante belichting te kiezen, waardoor er mooie schaduw-snijlijnen ontstaan. Hij gebruikt ook doosachtige vormen of kartonnen cirkels als abstracte beeldelementen in zijn schilderijen, die niettemin overwegend figuratief en verhalend blijven. Pitin wordt vertegenwoordigd door de Nicodim Gallery in Boekarest en Los Angeles, de Charim Galerie in Wenen en GRIMM gallery in Amsterdam en New York.

Daniel Ochoa

Woont en werkt in California, waar hij ook werd geboren (Sonoma County). Is deels van Mexicaanse afkomst. Ochoa schildert in olieverf, waarbij zijn mooie transparante gebruik van bruintinten en koelwarme grijstinten opvalt. Werkt vaak op klein formaat. Brengt in geschilderde koppen verrassende vervormingen en overlappingen aan, waarbij hij maskeertechnieken toepast. Vaste thema’s zijn verder groepen mensen in gefragmenteerde silhouten, verlaten en vervallen Amerikaanse schuren, en moderne straatgezichten van bovenaf, waarbij hij o.a. Google Street View als voorbeeld gebruikt. Zo laat hij ons, naar eigen zeggen, “een pluralistische realiteit” zien, met verschillende perspectieven. Ochoa confronteert in zijn werk en werkwijze het traditionele met het eigentijdse. Hij vermengt hierdoor the historical framework of painting bewust met de invloed die de moderne technologie heeft op hoe wij beelden vormen en zien. Hij wordt vertegenwoordigd door de Jessup Cellars Gallery in California en Morren Galleries in Utrecht.

Zie www.danielochoa.com

Jonas Burgert

Burgert woont en werkt in Berlijn, waar hij ook werd geboren (1969) en waar hij zijn opleiding ontving aan de Academie voor Fijne Kunsten. De afgelopen jaren was Burgert zeer succesvol, met soloexposities in Hamburg, Hannover, Berlijn, Bologna, Mumbai, Denver, Londen en Hongkong. Hij is verbonden aan de Blain/Southern Gallery (Berlijn-Londen-New York). Zijn figuratieve werk is sterk verhalend. Het toont ons de angsten en begeerten van grote en kleine mensen in fantastische situaties. We zien kwetsbare, tragische maar ook koddige figuren, die omwikkeld zijn met kleurige linten, of die bijna bezwijken onder exorbitante hoofddeksels.

Burgert maakt olieverfschilderijen, regelmatig met extreem grote formaten en bestaand uit meerdere panelen, die overvol zijn met mensen, dieren, ontbladerde bomen, contextloze objecten en veel rommel (die de schilder graag aanduidt als “Schutt”). Vooral deze rommel die ons, als eeuwige zoekers naar zingeving, permanent omgeeft, symboliseert voor Burgert de menselijke hulpeloosheid en kwetsbaarheid. Sommigen noemen zijn werk freudiaans, anderen surrealistisch, terwijl ook vergelijkingen met Brueghel en Bosch regelmatig worden gemaakt. Duidelijk is in elk geval dat de mensenwereld ons hier wordt gepresenteerd als een bizar schouwtoneel, met zijn ongelukken, zijn reddingsoperaties, zijn vertwijfeling en zijn hoop. Burgert is een schilder met een verhaal, dat hij in diverse interviews, op YouTube, aansprekend onder woorden weet te brengen. Zie www.jonasburgert.de

Sophie Jodoin

Jodoin werd geboren in 1965 in Quebec. Woont en werkt in Montreal, waar ze aan de Concordia universiteit kunstgeschiedenis studeerde. Heeft veel geëxposeerd, voor het overgrote deel in Canada. Opvallend is dat haar figuratieve schilderijen grotendeels in zwart, wit en kleurloze grijstinten zijn uitgevoerd.

Haar werk omvat naast schilderijen veel tekeningen, maar ook foto’s en installaties. Niet helemaal duidelijk is of de figuratieve of de conceptuele kunst haar voorkeur heeft. Haar veelzijdigheid neemt niet weg dat haar schilderijen technisch een hoog niveau bereiken; niet zelden doet haar schilderwerk – ondanks de andere tonaliteit en het andere timbre – aan dat van Alex Kanevsky denken. Meestal schildert en tekent Jodoin geïsoleerde naakten of torso’s tegen een zwarte of grijze achtergrond. Maar zij is ook in staat om van één enkele fauteuil, met uitsluitend zwart en grijstinten, een spannend schilderij te maken.

Zie www.sophiejodoin.com

Nicola Samori

Werd in 1977 geboren in het Italiaanse Forli en kreeg zijn artistieke opleiding aan de Accademia di Belle Arti in Bologna. Samori woont en werkt in Bagnacavallo, in de buurt van Ravenna. Zijn figuren, die mysterieus opdoemen uit een donkere achtergrond, roepen herinneringen op aan de Romeinse tijd en de Italiaanse Renaissance. Er kan zo maar een Genuaanse admiraal uit de zestiende eeuw in zijn olieverfschilderijen verschijnen.

Het atelier van Nicola Samori

Maar Samori stopt niet bij de realistische weergave van een portret: een essentieel onderdeel van zijn werkwijze is dat hij het zorgvuldig weergegeven personage daarna als het ware om het leven brengt, of ernstig verwondt. Daarvoor gebruikt hij een bijzondere techniek. Door, plaatselijk, vloeibare verf extra dik aan te brengen vormt zich bij oppervlakkige droging daarvan een soort vel over de verf (zoals we dat allemaal kennen van een oude verfpot die niet goed afgesloten is geweest). Samori steekt vervolgens die verfhuid door met zijn vinger, waardoor de nog natte verf eronder over het schilderij stroomt. Zo ontstaat de nieuwe illusie van een ‘verfwond’, die de oude illusie dat we naar een echt mens kijken vernietigt. Bezoekers van zijn tentoonstellingen hebben hierdoor de overheersende indruk gekregen dat ze zojuist naar een portrettengalerij van martelaren hadden gekeken. Anderen vergelijken zijn schilderijen met de pijnlijke vervormingen die Francis Bacon zijn figuren liet ondergaan.

Net als Adrian Ghenie (Roemenië) vertegenwoordigde Samori zijn land op de Venetiaanse Biënnale van 2015. Meer nog dan uit zijn internationale expositiesucces blijkt zijn sterrenstatus uit het feit dat het Italiaanse Vogue in 2016 een uitgebreid eerbetoon aan zijn werk publiceerde.

Nicolas Uribe

Het werk van Nicolas Uribe is ingetogener dan dat van Saville, Ghenie of Samori. En waar de portretten en figuren van Alex Kanevsky door de schilderstijl in het licht bewegen of zelfs desintegreren, legt Uribe zijn mensen vast in een moment van stilte, alsof ze gebeeldhouwd zijn. De aardtinten en de gecontroleerde manier van schilderen dragen bij aan deze indruk. Maar waar een deel van zijn (op kleine houtpanelen in olieverf geschilderde) portretten klassiek naturalistisch lijkt, treedt in ander werk een opvallende versmalling van de figuur op, met een dramatisch en surrealistisch effect als gevolg. 

Groter werk stelt Uribe samen door verschillende kleine panelen aan elkaar te lijmen. Door de delen van de voorstelling op aparte panelen, los van elkaar, te schilderen en ze daarna als een soort collage samen te voegen, zie je niet alleen de naden van de panelen, maar loopt de voorstelling niet helemaal door. Zo bereikt Uribe, op zijn eigen subtiele wijze, een vorm van deconstructie van het beeld, die voor veel van ‘de nieuwe schilders’ kenmerkend is.

Nicolas Uribe werd geboren in de VS (Madison), maar woont en werkt in Colombia (Bogotá), waar hij ook les geeft aan de kunstacademie. Hij is opgeleid als illustrator. Werk van Uribe is te vinden bij de Abend Gallery. Persoonlijke website: www.nicolasuribeart.com Zijn blogs laten zien dat Uribe ook in staat is om zinnig over kunst te schrijven.